Hoe 'simpel' het allemaal mag lijken voor een buitenstaander, er komt best een hoop kijken bij het opnemen van een KaMu. Omdat we wel eens wat vergaten in te pakken heeft de KRAK een checklist opgesteld. Het leek me leuk die hier te delen om een idee te geven hoeveel verschillende onderdeeltjes de toch redelijk bescheiden opstelling kent.
Foto opstelling
Hiernaast een (niet al te beste) foto van de opstelling. Goed te zijn zijn het statief, de carbonboom met bijbehorende gewichten en de microfoons op de vloer. De rest van het lijstje mag je zelf opzoeken :)
Hardware om alles op de juiste plek te krijgen
Statief
Carbonboom geklemd in PVC buis
Gewichten (+ lange klittebanden)
Carbonboom richtijzertje
Stereobalkje (+ schroeven)
2 x Manfrotto klemmen (voor boom en H4n) en bijbehorende studs
2 x microfoonklem CM3
Assortimentsdoosjes met adapters en kunststof ringen
Soms gaat het gewoon niet zoals het hoort vanwege gebrek aan ruimte, middelen of tijd. Hierbij wat voorbeelden van creatieve oplossingen die misschien kunnen helpen in lastige situaties.
Om een hoekje microfoneren
Bij deze opname waren het orkest en koor samen eigenlijk te groot voor de kerk, waardoor de dirigent in het gangpad kwam te staan. Met een opname-installatie achter de dirigent zouden de eerste paar rijen afgesloten moeten worden voor luisteraars (voor zowel het geluid als de veiligheid van de apparatuur) waardoor de toch al kleine kerk helemaal weinig bezoekers zou kunnen herbergen. Daarom is er hier wat ruimte vrijgemaakt aan de linkerkant van het orkest om de microfoons met een boom boven de dirigent te kunnen plaatsen.
Extra handzame opstelling
Dit was op tournee naar Tsjechië, waarvan ik een videoproductie heb gemaakt. Uiteraard moet je (ook al zijn het maar hele korte clipjes) fatsoenlijk geluid onder de video hebben, dus het opnameapparaat moest ergens geplaatst worden. Het kleine driepootje dat ik eigenlijk altijd bij me heb kwam hier bijzonder goed van pas. De windkap was niet nodig, maar ik had hem toch bij me en anders zou ik hem misschien kwijt raken.
Hoogte zonder gewicht
Hier nogmaals op dezelfde tournee. Om een orkest fatsoenlijk op te nemen moet je wel een beetje hoogte hebben. Zie hier: het microfoonstatief met dubbele hengel. Hoewel het er nooit voor gemaakt is werkte het prima en de opname is best behoorlijk, al zeg ik het zelf. Het vervelende is dat hoge statieven nooit licht zijn en lichte statieven nooit hoog. Logisch natuurlijk, want wie wil nou zo'n klein (en licht) apparaatje op zo'n hoogte krijgen, daar is vast geen markt voor.
Nog een keer om een hoekje microfoneren
Hetzelfde verhaal hier als bij de eerste: wat nu als je eigenlijk helemaal niet op kunt stellen? Voor deze opname van het Krashna Kamerkoor werd bij één muziekstuk een delegatie van vier man het koor van de kerk opgestuurd om het publiek vanuit de hoogte (als een engelenkoortje) toe te zingen. Hoe neem je dat nu op? Uiteindelijk was de hier gebruikte steunmicrofoon gelukkig overbodig: een H2 opnameapparaatje gemonteerd op een hengel die aan de vloer en de ballustrade vast is getaped om maar enige afstand tot het koortje te nemen.
Twijfelaar
Al geruime tijd nemen we op met 3-mic groot A-B op. De vraag is dan natuurlijk wel: hoe breed dan? Voor de eerste paar keer gebruikte Peter zijn boom gewoon dwars, maar we wilden graag weten of breder zou helpen. Zie hier het resultaat: 2 toch wel vrij wiebelig gemonteerde microfoonbalkjes als verlengstukken. Het 3e balkje vanuit het midden omhoog voor de M160s (omdat we toch nog niet zeker waren van de koorsteunmicrofoons op dat moment) maken er helemaal een kerstboom van. Uiteindelijk heeft Peter de langere balk gekocht, maar dit was een praktische manier om het even uit te proberen.
Als je goed kijkt op de foto zie je op de achtergrond 2 bomen die vanuit de zijkanten naar het midden van het koor toewijzen. Dit is gedaan om geen 2e statief midden voor het koor te hebben. Zo blijft de communicatie tussen koor en dirigent vrij, het is fijner voor het zicht (ook niet onbelangrijk!) en maakt dat kabels makkelijker weg zijn te werken zodat mensen er niet overheen hoeven te lopen dan wel struikelen.
Lastige akoestiek en moeilijke ruimte
Dit was begin collegejaar 2011-2012, het Wergelmir-festival. Het klapstuk ervan: het Krashna-orkest voert een bewerking van Petroesjka + De Vuurvogel (beide gecomponeerd door Stravinsky) uit met een nieuw geschreven verhaal en dansvoorstelling.
Locatie: de aula van een school in Zoetermeer. Akoestiek: nooit ontworpen om een volledig symfonieorkest in te huisvesten. Gelukkig had ik net de eerste versie van mijn zelfgeknutselde PZM's afm, welke ik hier op het plafond heb geplakt, aangezien dit (lage) plafond duidelijk het grootste akoestische probleem was in deze aula. Op deze manier kon ik meteen een groot-AB opstelling (die ik zo fijn vind) gebruiken.
Voor diegenen die niet weten wat een PZM is: PZM staat voor Pressure-zone microphone en dit betekend dat de microfoon gemaakt is op een reflecterend oppervlak geplaatst te worden, in dit geval dus het plafond. Het grote voordeel hiervan is dat reflecties op het betreffende oppervlak geen kamfilterverstoring geven. Dit helpt in omstandigheden met moeilijke akoestiek. De groot A-B opstelling is ook erg behulpzaam bij moeilijke akoestiek. Beide factoren maken dat de opname naar omstandigheden best aardig gelukt is.
De plaatsing is ruim voor het orkest, omdat de vertelling (die via een PA verliep) ook opgenomen moest worden. Daarom hangen de opnamespullen praktisch gezien boven het speelveld van de dansers en je hoort dan ook aardig wat voetstappen. Ondanks dit komt het orkest goed door. Of het dichterbij plaatsen van de microfoons beter was geweest durf ik niet te zeggen: de omstandigheden waren simpelweg buitengewoon onberekenbaar.
P.S.: bij het schrijven van dit artikel kwam ik er pas achter dat links en rechts omgedraaid zijn op de opname. Blijkbaar toch niet goed opgelet bij het monteren :)
Opnameapparatuur is meestal duur en enigszins delicaat spul, dus wil je bij opnamen op locatie graag mensen uit de buurt houden. In allerhande verschillende vakgebieden kampt men met vergelijkbare problemen en heeft men daar verschillende oplossingen voor gevonden. De meest gebruikelijke is rood-witte tape. Aangezien dit spul zo wijdverbreid gebruikt wordt zou je verwachten dat de meeste mensen het herkennen en respecteren.
Helaas blijkt niets minder waar. Hoewel je (in het geval van een opname in een kerk) de eerste paar banken zorgvuldig afsluit met tape en een eilandje om de meest gevoelige opstellingen afzondert als "geen toegang" blijkt alsmaar weer dat dat de spullen niet zal beschermen. Hoewel er maar weinig mensen daadwerkelijk in de afgesloten banken plaats zullen nemen is het niet ongebruikelijk dat na een concert vrienden en familie onmiddellijk en op staande voet een bepaalde muzikant willen spreken. Helaas wordt daarbij niet gewacht tot de muzikant in kwestie zo ver is, maar worden verwoede pogingen gedaan het podium te betreden. Voornamelijk in kerken is de afgesloten ruimte rondom de hoofdopstelling vaak de eenvoudigste toegangsweg tot dat podium en dus word de tape genegeerd.
Oplossingen zijn er wel, maar meestal niet praktisch. Dingen als een andere plaats voor het hoofdstatief, bredere gangpaden of betere afsluitingen kosten geld, zijn niet uitvoerbaar of zijn opnametechnisch onwenselijk. De oplossing die wij nu gebruiken is dan zowel simpel als doeltreffend: simpelweg die kritische eerste minuten na het concert bij je apparatuur mensen tegenhouden. Het afbreken moet maar even wachten.
Vandaag heb ik de opnamen van het Krashna-kamermuziekconcert van afgelopen zondag afgerond. Na (ik vermoed) een KaMu of 4 experimenteren is het me eindelijk gelukt een fatsoenlijke opname met de vloermicrofoons te maken: het stereobeeld is nu eens gewoon goed in plaats van veel te breed. Waar ik meestal zeker een meter ruimte tussen de microfoons had heb ik ze nu 70cm uit elkaar gelegd en dat blijkt fantastisch te werken. Het leek me een goed idee de overwegingen wat betreft de breedte van A-B opstellingen eens op te schrijven.
Gevestigde orde over klein A-B
Er zijn veel verschillende meningen over A-B opnamen, maar tot afgelopen zondag was ik nooit erg te spreken over de klank van klein A-B. Als voorbeeld de gids van DPA, die A-B beschrijft met een breedte van 40 tot 60cm, waarbij eventueel smaller wordt gebruikt als er erg dicht op een ensemble wordt opgenomen.
Aldus Wikipedia neemt de 'opnamehoek' af als de microfoons verder uit elkaar worden geplaatst. De genoemde cijfers zijn valide voor farfield, maar voor nearfield opname (ofwel, dicht op de uitvoerenden) zal het iets schelen. Sowieso heb je met nearfield-opnamen al snel intensiteitsverschillen.
Het is jammer dat er zo veel over klein A-B is geschreven en zo weinig over groot A-B.
Overgang naar groot A-B
Goed, de tekstboek-kennis over A-B is helder: zo tussen de 40 en 60 cm werkt het allemaal goed. Toch werkt groot A-B precies hetzelfde, alleen dan met microfoons een meter of 4 uit elkaar. Ik vermoed dat er ergens een omslagpunt is waar het menselijk gehoor de faseverschillen niet meer kan omzetten in plaatsing. Niet zo gek, want eigenlijk maak je gebruik van het afstandsverschil tussen beide oren en overdrijft dat een beetje. Als je dat een factor 3 overdrijft kan ik me voorstellen dat het gehoor er geen chocola van kan maken. De vraag is dan natuurlijk: waar ligt dat omslagpunt en kunnen we er gebruik van maken?
De groot-AB van weleer (living stereo van RCA, living presence van Mercury, de Decca-tree) gebruiken allemaal een middenmicrofoon. Waar dat vermoedelijk ooit geboren is uit de behoefte mono-compatibele stereo-opnames te maken is die midden-microfoon toch geweldig interessant: zonder die middenmicrofoon krijg je over het algemeen een 'gat' in het midden van je opname. Je zou kunnen denken dat de regels voor klein-AB nog steeds opgaan en dat de opnamehoek zo miniscuul klein is geworden dat alle instrumenten naar de zijspeakers zijn getrokken. Het effect is echter niet heftig, en de middenmicrofoon wordt vaak 6dB zachter ingemixt dan de twee zijmicrofoons. De opname waar ik in mijn vorige blogpost over schreef is ook gelukt met groot-AB zonder middenmicrofoon, waarschijnlijk doordat ik iets minder breed opstelde en iets verder dan gebruikelijk van de geluidsbron zat.
Tenslotte: een middenmicrofoon kan ook nog helpen bij het probleem van zwerven. Als een uitvoerder in het midden van een groot orkest (bijvoorbeeld een zangsolist) iets beweegt kan het snel van links naar rechts wisselen wat het zwerven in het stereobeeld oplevert. Een middenmicrofoon kan dat oplossen door het midden echt vast te pinnen in het midden.
Omslagpunten
De afweging die speelt in het verschil tussen klein-AB en groot-AB is praktisch die tussen looptijd en intensiteitsverschillen. Klein-AB wordt gespecificeerd rond de 50cm en ik vermoed dat enkel looptijdsverschillen niet meer begrepen kunnen worden door de hersenen als de afstand veel groter wordt. Groot-AB steunt dan ook alleen op intensiteitsverschillen. Ik vind het vaak bijzonder mooie resultaten geven, en ik denk dat dat komt omdat de fase van links en rechts volledig is losgekoppeld, wat volgens de literatuur een gevoel van ruimtelijkheid geeft.
Waar de scheidslijn precies ligt tussen looptijd- en intensiteitsstereo hangt vermoedelijk ook af van de nabijheid van de geluidsbron. Het is eenvoudig voor te stellen waarom: als de linker microfoon dichter bij de linker uitvoerder ligt dan de rechter krijg je een (bescheiden) intensiteitsverschil. Als de uitvoerders ver weg staan (farfield) dan heb je dit niet. Waar de intensiteitsstereo oppakt is dus afhankelijk van de afstand tot de uitvoerders. Ik vermoed dat het bij grote orkesten > 1m is, maar voor het geval van deze KaMu zit ik met 70cm misschien net op een scheidslijn.
Praktische wenken
Verder nog een paar dingen die ik aan den lijve heb ondervonden.
Maak de A-B opstelling zeker niet breder dan de halve breedte ensemble. Dat klinkt logisch, maar als je een avond hebt met verschillende ensembles zal een brede opstelling goed werken voor een kwintet of groter, maar afschuwelijk bij een solist.
Hoe breed A-B precies moet is afhankelijk van een hoop factoren. Bij een solist of klein ensemble moet klein A-B voldoen, totdat de optimale breedte gerekend vanuit groot A-B groter is dan een meter. Groot A-B zou je dan kunnen gebruiken bij ensembles breder dan een meter of 3. Dit is dan wel voor opnemen dicht op het ensemble, want uit de ervaring in mijn vorige blogpost is gebleken dat op enige afstand van het ensemble een spreiding van 1 meter nog looptijdstereo geeft.
Specifieker zou ik zeggen dat een groot A-B opstelling die redelijk dicht op de muzikanten is geplaatst ongeveer 1/4e tot 1/3e van de breedte van het ensemble uit elkaar moet liggen.
Door een derde (midden-)microfoon te gebruiken kan het groot A-B wijder opgesteld worden. Uiteraard niet overdrijven, want als de middenmicrofoon te luid ingemixt moet worden wordt de opname mono en verlies je alle voordelen van stereo.
Uiteraard zijn er tal van uitzonderingen. Ik heb met goed gevolg deze 'regels' met voeten getreden doordat ik PZM's zeer dicht bij de instrumenten had liggen. In dat geval krijg je een overdreven stereobeeld, maar dat was daar van ondergeschikt belang: de verstaanbaarheid in luidruchtige omgeving was veel belangrijker en dan is dicht op de instrumenten zitten erg handig
Tot zover dit hersenspinsel. Hopelijk heeft iemand (of ikzelf) er nog eens wat aan, maar wees gewaarschuwd: het is maar een aan een blog toevertrouwde gedachtegang.